Auteur: Hetty Van Aar
Uitgavejaar: 2003
Uitgeverij: Ploegsma
ISBN:978-90-2161675-9

Bram heeft ADHD. Hij staat op het punt om de middelbare school aan te vangen. Naast ADHD heeft Bram ook ongecontroleerde driftbuien. Zijn ouders zijn bekommerde mensen die hem zo goed en zo kwaad als het kan proberen te helpen. Ze beslissen dat Bram geen zakmes krijgt voor zijn dertiende verjaardag en dus besluit Bram om dan maar zelf te sparen voor een zakmes.
Dankzij de klusjes die hij voor een vriendelijke (iets té vriendelijke) man kan opknappen, kan hij zich dit mes zonder medeweten van zijn ouders aanschaffen. Als hij zijn broer Roel buitenhuis ontmoet, wordt het mes natuurlijk bovengehaald. En daar komt heibel van: Bram ziet bloed en denkt dat hij zijn broer verwond heeft. Hij zet het op een rennen. De vriendelijke meneer wil hem wel een schuilplaats bieden, maar dat blijkt dan een halve pedofiel te zijn. Dus Bram weer op de loop, thuis ziet hij net de politie wegrijden en hij denkt dat hij er gloeiend bij is. Maar als hij al zijn moed samenraapt en toch naar huis weerkeert, blijkt dat zijn broertje niets mankeert. Het bloed was van Brams eigen hand. De politie was bij zijn ouders omdat Bram verdwenen was.

Positief aan het boek is dat het enkel over ADHD gaat bij deze jongen. Hij heeft heel gewone ouders die goed voor hem zorgen. Hij gaat ook gewoon naar school en dat gaat ADHD-gewijs niet echt goed, maar de schooltoestanden zijn ook gewoon en niet extreem.
Het verhaal is ook herkenbaar vanuit een ADHD-standpunt: het vergeten van de medicatie, de impulsiviteit, de ruzies met de broertjes, de mama als steunpilaar en een goedbedoelende papa die toch wat minder geduld heeft. Het is allemaal erg aannemelijk en redelijk. Op de agressieve buien van Bram wordt niet echt de nadruk gelegd, maar het is wel jammer dat je de indruk krijgt dat het écht bij de ADHD hoort. Die vanzelfsprekendheid kan een stoorfactor zijn.
Om aan jongeren een idee te geven van wat leven met ADHD in een gezin kan zijn is dit wel een goed en erg realistisch boek. Je moet ook geen vroegrijpe woordkunstenaar zijn om het verhaal te kunnen volgen. Het cliché van de pedofiel is er wel wat veel aan. Als  nevenplot mocht dat gerust geschrapt worden.

Er is maar één groot minpunt aan het boek: het ontroert op geen enkel moment. Ook is het zeker geen grote jeugdliteratuur. Het is allemaal aannemelijk, de zinnen zijn mooi gevormd, er staan geen spellingfouten in. Het verhaal is niet lachwekkend, maar de personages zijn van bordkarton, ze missen emotionele diepgang. Dat maakt het een opgave om het boek uit te lezen. Je ziet het ook allemaal al van ver aankomen: het viendinnetje, de verloren toets, en ja hoor … de te vriendelijke man die een pedofiel is. Behoorlijk ongeïnspireerd. Maar er staan geen onwaarheden in over ADHD, dat niet.