De dagen voor de ADHD-dag waren – zoals bij de vorige edities – voorzien van de nodige hectiek en gezonde stress. Terwijl de psychologen de laatste hand legden aan de presentaties voor hun workshops en dialogen, was het secretariaat druk in de weer met het klaarmaken van mappen en het finetunen van de draaiboeken. Op de dag zelf waren niet alleen het team, maar ook de behulpzame vrijwilligers vroeg van de partij in het Provinciehuis in Antwerpen om tafels, stoelen en standjes op de juiste plaats te zetten. Ook een aantal studenten van de Lessiushogeschool hielpen mee op de ADHD-dag.
Meer dan een pilletje
Tegen halfnegen stroomden de eerste deelnemers binnen. Velen volgden de raad op om met het openbaar vervoer te komen – om zo de gevreesde files in en rond Antwerpen te vermijden – en het merendeel van de ouders, leerkrachten en hulpverleners bereikten dan ook tijdig het Provinciehuis. In haar introductie blikte directeur Ria Van Den Heuvel even terug op de 30ste verjaardag van centrum ZitStil. Van 1981 tot nu legde het centrum een lange weg af, waarbij ze begon als werkgroep voor ouders van kinderen met ADHD en gaandeweg ook aandacht kreeg voor volwassenen met ADHD.
Ouders kunnen een actieve rol spelen bij de zorg voor ADHD: dat was de onderliggende gedachte van deze zesde editie van de ADHD-dag. De rol van een professionele hulpverlener kan natuurlijk niet volledig overgenomen worden, maar personen met ADHD en hun ouders (en omgeving) kunnen bij het organiseren van de zorg en het inschatten van informatie wel degelijk het verschil maken. Op de ADHD-dag wou centrum ZitStil de ouders dan ook informeren en doen meedenken over hoe ze een actieve schakel kunnen zijn in de zorg.
In de lezing in de voormiddag, ‘Behandeling van ADHD: zo veel meer dan een pilletje’, bracht prof. dr. Marina Danckaerts van de K.U.Leuven een overzicht van het aanbod aan psychosociale behandelingen. Dit deed ze vooral door ons denken te stimuleren rond fundamentele vragen. Wat betekent het ‘etiket ADHD’? Welke waarden vinden we belangrijk? Wat is ons eigenlijke doel? En wat kan de omgeving doen om dit doel te bereiken? Bij vele ouders en leerkrachten leeft de indruk dat medicatie een complete oplossing is voor ADHD, terwijl medicatie enkel een onderdeel kan zijn van een ruimere behandeling. Voorbeelden van deze psychosociale behandelingen zijn psycho-educatie (ADHD en de invloed ervan bij jezelf leren ontdekken) en oudertrainingen.
Na een korte koffiepauze was het tijd voor een eerste sessie met workshops en dialogen met verschillende onderwerpen, met titels als “ADHD: een marathon, geen sprint” en “Ouders en de school: actief samenwerken”. Deze sessies leverden boeiende gesprekken en inzichten op. Over de middag konden de deelnemers niet alleen genieten van soep en broodjes; ze konden ook zelf aan de slag. Enerzijds konden ze aan ‘De Muur’ hun mening kwijt. Wat is er leuk aan (een kind met) ADHD? Wat niet? Bij het Rond Punt getuigden niet alleen ouders, grootouders, familie en leerkrachten, maar ook volwassenen met ADHD voor de camera over wat de stoornis voor hen betekent in het dagelijkse leven.
Dan toch medicatie?
Dr. Peter Emmery, kinder- en jeugdpsychiater aan het Kinderpsychiatrisch Centrum van Genk, had het in zijn namiddaglezing uitvoerig over het gebruik van medicatie bij de behandeling van ADHD. ADHD-medicatie lokt immers regelmatig controverse uit bij de publieke opinie. Toch kan ze nuttig zijn. Medicatie is geen absolute voorwaarde bij de behandeling – bij sommige mensen met ADHD heeft het geen effect, maar in veel gevallen is het een efficiënt hulpmiddel.
Toespraak minister Vandeurzen
Na de namiddaglezing vond Jo Vandeurzen, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Gezin, een gaatje in zijn drukke agenda om een toespraak te geven voor het publiek. In zijn speech stelde minister Vandeurzen vast dat ADHD nog steeds een maatschappelijk belangrijke problematiek is. Hij verwees ook naar de kloof die er heerst in de zorg en aanpak voor ADHD tussen de schoolomgeving enerzijds en de ouders en hulpverleners anderzijds. Hij benadrukte ook het verband tussen ADHD en het risico op kansarmoede. In dit kader heeft minister Vandeurzen een project goedgekeurd van centrum ZitStil waarin het centrum wil werken aan de preventie van kansarmoede bij kinderen met ADHD. Het doel van het project is dat ook kinderen die geen mondige ouders hebben, een optimale begeleiding kunnen krijgen.
Net als in de voormiddag konden de deelnemers een workshop of een dialoog bijwonen. Zo breide een sessie verder op de lezing van dr. Emmery. Een andere workshop had het over het belang van en de moeilijkheden rond therapietrouw. Een behandeling beginnen is al geen makkie; ze volhouden is minstens even moeilijk.
Tegen halfvijf liep de ADHD-dag op zijn einde. Het team haspelde met een tevreden gevoel de laatste loodjes af en bedankte de verschillende vrijwilligers voor hun tomeloze inzet. Tot in 2013!