Medicatie bij ADHD: 9 aandachtspunten

Heel wat vragen die we bij centrum ZitStil binnenkrijgen, gaan over medicatie. Het is niet eenvoudig om die te beantwoorden. Wat het ene kind met ADHD ondersteunt, helpt het andere kind net helemaal niet. Waar moeten we zeker rekening mee houden? In onze masterclass ‘ADHD en medicatie’ zette kinder- en jeugdpsychiater Peter Emmery enkele aandachtspunten op een rij. We vatten ze kort voor je samen.

1. Er is eerst een goed diagnostisch onderzoek nodig.

Dat kan niet in één enkele raadpleging. Het is belangrijk om het kind én zijn omgeving vanuit verschillende standpunten te bekijken en rekening te houden met de ontwikkeling van het kind. Daarvoor zijn meerdere afspraken nodig. Momenteel zijn er ellenlange wachttijden, maar je kunt die tijd al gebruiken om ondersteuning en hulpmiddelen uit te testen. Hoe meer informatie een team krijgt bij het onderzoek, hoe beter een diagnose gesteld kan worden.

2. Medicatie mag nooit de eerste en enige behandeling zijn.

De ondersteuning van kinderen met ADHD en hun omgeving steunt op drie pijlers: psycho-educatie (uitleg krijgen over wat ADHD is), gedragsaanpak (leren omgaan met ADHD) en medicatie. Psycho-educatie en gedragsaanpak zijn essentiële onderdelen van de behandeling. In sommige situaties kan medicatie bijkomende ondersteuning bieden maar dat wil niet zeggen dat het altijd wenselijk en nodig is. We moeten er blijven van uitgaan dat heel wat mensen met ADHD te helpen zijn zonder medicatie. Medicatie is niet nodig als er een ander goed alternatief is.

3. Weeg de voor- en nadelen goed tegen elkaar af.

Het is aan de behandelend arts om, samen met de ouders, de balans op te maken tussen het vastlopen van de ontwikkeling en het zelfbeeld enerzijds en de risico’s en bijwerkingen van medicatie anderzijds. Het welbevinden van het kind en zijn of haar zelfbeeld staan dus centraal.

4. De begeleiding van een arts is cruciaal.

De hersenen van kinderen zijn nog in volle ontwikkeling. Er is te weinig onderzoek bij die doelgroep om de gevolgen op lange termijn te kunnen inschatten. Daarom moet de inname van medicatie altijd onder begeleiding van een arts gebeuren. ADHD-medicatie werkt behoorlijk snel en bijwerkingen worden snel duidelijk. Maak met de behandelend arts goede afspraken over wie je kan raadplegen als je je zorgen maakt.

5. Een goed behandelplan is een absolute must.

Een behandelplan beschrijft vooraf het doel van de behandeling met medicatie zo duidelijk en concreet mogelijk. Idealiter wordt het opgesteld in samenspraak met alle betrokken partijen, dus ook het kind zelf. Na een proefbehandeling van zes tot acht weken volgt een evaluatie. Is het vooropgestelde doel gehaald? Zijn er nevenwerkingen? Zijn er bijsturingen nodig? Na die opstartfase is minstens om de zes maanden verdere medische opvolging aangeraden.

“Medicatie mag nooit de eerste en enige behandeling zijn.”

6. Wees alert voor nevenwerkingen.

Houd er rekening mee dat je kind mogelijk last zal krijgen van een van de volgende bijwerkingen:

  • Duizeligheid, hoofd- en buikpijn en misselijkheid. Komen frequenter voor bij de opstart, zijn vaak van voorbijgaande aard.
  • Verminderde eetlust. Komt regelmatig voor, vraagt zeker aandacht en opvolging, want ADHD- medicatie wordt in de eerste plaats gegeven aan kinderen en jongeren in volle groei.
  • Inslaapproblemen. Probeer in kaart te brengen of dat een effectieve nevenwerking is. Een kind dat al moeilijker insliep voor het ADHD-medicatie kreeg, zal met medicatie nog altijd moeilijk inslapen.
  • Dysforie (het tegenovergestelde van euforie: je voelt je prikkelbaar, boos, nerveus, depressief …). Is de enige gekende bijwerking die pas na langere tijd kan optreden. Houd dat in het achterhoofd als er plots stemmingswissels en negatieve gedachten zijn.

7. Twijfels? Stop dan de medicatie!

Bij alle nevenwerkingen geldt dezelfde gouden regel: als je twijfelt aan de medicatie dan stop je ermee. De bijwerkingen zouden dan snel moeten verdwijnen. Nadien kan de behandelend arts in samenspraak met alle betrokken partijen bekijken of er andere ondersteuningsmogelijkheden zijn.

8. Medicatie mag niet alleen focussen op betere schoolresultaten.

Betere schoolresultaten zijn helemaal geen maatstaf om succes te voorspellen. Sociale vaardigheden en je goed in je vel voelen zijn veel belangrijker. De speeltijd doet er dus meer toe dan de punten op het rapport. Daarom is het van belang de medicatie voldoende breed te kunnen geven op momenten dat ze nodig en helpend is, zodat niet alleen schoolse maar ook sociale vaardigheden ondersteund worden.

9. Zet altijd het kind met ADHD centraal.

Medicatie of niet? Zet in je zoektocht naar het passende antwoord altijd het kind met ADHD centraal! Hoe voelt het zich? Welke impact heeft de ADHD-medicatie op zijn of haar welbevinden? Probeer een goede balans te vinden tussen de verschillende manieren om het kind te ondersteunen.

Opgetekend door Greet Herssens, directeur centrum ZitStil

Peter Emmery werkt als kinder- en jeugdpsychiater op de afdeling kinderpsychiatrie van UZ Leuven. Hij heeft ook een beleidsfunctie in het Kinderpsychiatrisch Centrum van Genk.

Lees ook:

Over ADHD-medicatie en de mogelijke nevenwerkingen ervan circuleren heel wat veronderstellingen en doemverhalen. Wat is er van waar? Hier bundelden we enkele feiten en fabels.

Lees meer over de behandeling van ADHD (met en zonder medicijnen) op Zorgpad ADHD.

© Centrum ZitStil vzw. Dit artikel wordt beschermd door auteursrechten. Wil je het volledig of gedeeltelijk overnemen? Vraag dan eerst toestemming aan centrum ZitStil.