‘Als je mij vraagt hoe het bij mij op school ging? Mijn schoolperiode was soms turbulent en ik had voor alles twee kansen nodig. Een constante was dat ik érg goed was in sommige vakken en érg slecht in andere vakken. Maar uiteindelijk was het een zalige tijd.

Ik ben geboren in 1988. Dat betekent dat ik rond de wisseling van het millennium van de lagere school naar het middelbaar ging en op 8 juli 2011 uiteindelijk ben afgestudeerd met een masterdiploma in de industriële wetenschappen op zak. Een resultaat waar ik zelf erg fier over ben.

Een constante was dat ik érg goed was in sommige vakken en slecht in andere vakken. Tussen die twee was er een grote woestijn. Ofwel boeide het me, wilde ik er meer van weten en ging het goed, ofwel zegde het me niets. Zo weet ik nog dat op de lagere school ik altijd voor dinsdag en donderdag huiswerk had. Ik moest twintig woordjes drie keer schrijven. Later moest ik ook voor Frans tien woordjes in het nederlands en in het frans schrijven en dan weer omgekeerd. Dat weet ik zo goed omdat ik er zo’n hekel aan had en het duurde echt waanzinnig lang. Anderzijds lag de weg voor wiskunde en fysica open. Ik had dan ook de strategie om steeds te specialiseren in wat ik interessant vond, vooral dan om Frans te elimineren. Bij deze mijn excuses voor de leerkrachten Frans. Het was echt niet persoonlijk.

Het ergste daaraan vond ik ook dat je elke dag wat moest doen, je moest dat bijhouden en je kon het niet uitstellen. Dat heb ik eigenlijk nooit goed afgeleerd, maar ik heb er wel beter rekening mee leren houden. Ik weet nog hoe ik in het middelbaar ’s morgens mijn dag plande en hoopte dat ik pas vanaf het derde lesuur een test had, zodat ik tijdens de speeltijd nog kon leren. Het ergste van al was dat ik daar meestal nog mee weg raakte ook. Ik dacht deze strategie nog steeds toe te passen toen ik verder ging studeren. Had ik me daar mooi misrekend. Ik had alles een dag op voorhand geleerd en mijn eerste punten waren in die lijn. 5,6,7,8 en 16 op twintig. Toen ik het zei tegen mijn zus antwoordde ze: “Dat is bijna een grote straat”.

Uiteindelijk heb ik me herpakt en is het allemaal wel gelukt, maar ik moet wel zeggen dat het niet zonder de mensen om me heen was gelukt. Er zijn mensen aan wie ik minder heb gehad. Blijkbaar kan je jezelf uitroepen tot expert als je er eens een les over hebt gehad of een artikel op het internet over hebt gelezen toen iemand het op facebook deelde. Zulke mensen zijn er veel en als je hen hun mening hoort delen, is het opletten geblazen, want meestal reikt die niet verder dan enkele irritante en hardnekkige cliché’s.

De mensen waar ik het meeste heb aan gehad waren ofwel ook op papier expert of waren gewoon mensen met een open geest die zelf ondervonden hoe het nu echt zat. Zij namen de moeite om mij te begrijpen. Zo kreeg ik tijdens mijn eerste jaar in het middelbaar een mentor toegewezen en die wilde me spreken om te weten waar die aan toe was. Hij vroeg me “en heb je iets tegen ADHD gekregen?” “Jaja, rilatine, dat kan ik dan drie keer per dag nemen, zoveel dan en zoveel dan.” “En hoe lang duurt het dan vooraleer het genezen is?”

Hij kende de aandoening niet en hij heeft zelf ontdekt wat waar was en wat niet. Aan hem heb ik erg veel gehad.

Wat ik geleerd heb? Dankzij mijn opleiding erg veel over wiskunde en fysica, maar ook dat het voor mij een kwestie was van weten waar ik goed in was en waarin niet én het geluk van de juiste mensen tegen te komen.

 

Bart