Prof. Dr. Marina Danckaerts

 

Hij die niet genoemd mag worden: ADHD

Op korte tijd is het begrip ADHD geëvolueerd van een relatief onbekend fenomeen tot een diagnostisch etiket dat te pas en te onpas gebruikt wordt. Ook de publieke opinie keert zich meer en meer tegen het label en verwijt ouders en hulpverleners de “gemakkelijke” weg van de medicalisering te kiezen.

Er is weinig wetenschappelijke evidentie voor de bewering dat ADHD een afwijking of ziekte is, maar des te meer voor het feit dat het een stijl van functioneren is die risico met zich meebrengt. De prevalentie van “ADHD” lijkt wereldwijd onafhankelijk van geografische of culturele verschillen, maar is vooral variabel in functie van de gebruikte methode en criteria voor diagnostiek. 

Cijfers in België en Nederland tonen acceptabele gemiddelden aan voor de medicamenteuze behandeling van ADHD, doch verdere analyse geeft aan dat dit zich vertaalt in over- en onderbehandeling van deelpopulaties, die minder te verantwoorden is. 

Een maatschappelijk verwijt aan het adres van ouders die hulp zoeken voor kinderen met druk, impulsief en concentratiezwak gedrag kan enkel vervangen worden door acceptatie van datzelfde gedrag binnen een onderwijs- en arbeidscontext, die gelijkwaardige participatie moet kunnen bieden voor deze gedragsvariant. Net op dat vlak blijkt het stigma het grootst!