Titel boek: Tom kan veel beter. Omgaan met schools uitstelgedrag
Auteur: Ingrid Verhaegen
Uitgavejaar: 2012
Uitgeverij: Acco Uitgeverij
ISBN: 9789033489983

‘Tom kan veel beter’ is een boek dat gaat over de aanpak van schools uitstelgedrag. De auteur, Ingrid Verhaegen, is zelf een bekeerde uitsteller en staat al 25 jaar in het onderwijs als lerares Engels en Nederlands. Ze heeft meer dan vijftien jaar ervaring in de studiebegeleiding van uitstellende leerlingen in het secundair onderwijs. In haar boek wil ze ouders en leerkrachten vanuit haar eigen ervaring een praktische methode aanreiken om met jongeren met uitstelgedrag te werken. Op een zeer gedetailleerde manier maakt ze de lezer wegwijs in de typische kenmerken en valkuilen van uitstelgedrag bij leerlingen.

De doelgroep waarmee zij werkt zijn leerlingen tussen 15 en 18 jaar. Ze werkt enkel met jongeren die zelf iets aan hun uitstelgedrag willen doen. Volgens haar is dat de belangrijkste factor om iets te kunnen doen aan uitstelgedrag. De auteur ziet uitstelgedrag dan ook als een slechte gewoonte. Werken aan deze habitus is voor haar het veranderen van een slechte gewoonte.

Zij houdt hierbij geen rekening met etiketten, omdat zij vindt dat etiketten contraproductief kunnen zijn. Volgens haar valt daardoor de eigen verantwoordelijkheid van de leerling te veel weg en dat vindt ze een kwalijke zaak. Zij geeft als voorbeeld: ‘Een leerling met ADD heeft het lastiger op school, ja dat klopt. Hij of zij zal toch ook moeten leren de eigen verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar studie.’ Etiketten zijn volgens haar alleen nuttig als ze ons helpen een oplossing te vinden.

De auteur predikt niet de oplossing te hebben, maar geeft richtlijnen voor het coachen van leerlingen. Ze pleit om individueel te werken aan uitstelgedrag zodat je het probleem kan aanpakken op maat. Ze werkt vooral via gespreksvoering met de jongere. In samenspraak met de tiener gaat ze een oplossing zoeken. Samen met hen verkent ze het probleem en zoeken ze mogelijke oplossingen. Zij noemt het ‘mondeling door een aanpak wandelen’. In het boek beschrijft ze uitvoerig hoe ze deze gesprekken voert. Ze laat je als lezer ook kennismaken met deze manier van werken door de manier waarop ze haar boek schrijft: ze spreekt je echt aan als lezer en ze zet je ook aan tot denken over je eigen uitstelgedrag (of andere slechte gewoontes) d.m.v. concrete vragen.

De auteur pleit voor een ‘no-nonsense aanpak’: Grootse ideeën en theorieën zijn niet aan ons besteed: we pakken het probleem aan en we maken onze handen vuil. Sommige uitspraken die de auteur doet in haar boeken, vonden wij echter kort door de bocht. Bijvoorbeeld wanneer ze schrijft: ‘Ik nam leerlingen niet aan als ik het gevoel had dat ze studiebegeleiding als manier gebruikten om hun ouders te doen stoppen met zeuren over studie, als ze overdreven aandacht zochten (want dan zou ik hun hysterische aanpak een extra kans geven) en ook niet als de leerling eigenlijk niet sterk genoeg was voor de richting.’

Wij kunnen ons vinden in haar idee dat jongeren zelf gemotiveerd moeten zijn om iets aan hun uitstelgedrag te doen, maar de manier waarop ze schrijft over leerlingen met ‘een hysterische aanpak’ vinden wij niet gepast.

Denkende aan jongeren met ADHD, vinden we het bij de aanpak van uitstelgedrag bij ADHD het toch nuttig om rekening te houden met het etiket ADHD. Zoniet vrezen we dat het risico bestaat dat leerling én coach tegen een muur botsen van beperkingen en ondanks goede bedoelingen gefrustreerd raken. Denk maar aan personen met ADHD die vaak wel goede intenties hebben, maar deze niet omgezet krijgen naar de praktijk. Met gepaste ondersteuning en hulpmiddelen lukt dit vaak wel. Hierbij willen we nog de kanttekening maken dat rekening houden met een beperking, niet wil zeggen dat leerlingen geen verantwoordelijkheid meer dragen over hun eigen gedrag of helemaal niet vooruit kunnen! Ook zouden we sommige adviezen voor leerlingen met ADHD aanpassen. Zo vindt de auteur het geen goed idee dat jongeren thuis aan iemand vragen om hem of haar op het uur dat ze gepland hebben om te beginnen werken een seintje te geven. Want, de jongere moet het zelf leren doen. Bij jongeren met ADHD is dit vaak noodzakelijk om tot het maken van huiswerk te komen.

Verder is het boek zeer lijvig en op sommige momenten langdradig en chaotisch. Ook al schrijft de auteur boeiende zaken, toch had het boek meer ‘to the point’ mogen zijn. Het boek was oorspronkelijk nog lijviger, maar men heeft beslist om bepaalde delen naar een website te verplaatsen, wat ons een goed idee lijkt.

Ook al mag het boek voor ons meer tot de essentie herleid worden en zouden wij bij ADHD een aantal dingen anders doen, toch is het zeker de moeite waard om te lezen. Je kan uit het boek zeker ideeën voor het coachen van leerlingen met uitstelgedrag halen. Het interessante van het boek is dat je informatie recht uit de praktijk krijgt.

En dat is ook wat de auteur haar bedoeling was: haar ervaringen neerschrijven en niet een theoretisch onderbouwd werk over uitstelgedrag schrijven.