Titel: Just give him the whale!
Auteur: Paul Kluth & Patrick Schwarz
Uitgeverij: Paul, H. Brookes Publishing Co.
Uitgavejaar: 2008
ISBN: 9781557669605

Het eerste dat opvalt aan dit boek is zijn intrigerende titel en mooie prent op de kaft. Hierdoor lijkt het wel een kinderboek, maar dat is het zeker niet. Het gaat over kinderen met autisme en hun, soms zeer specifieke, fascinaties. Dit boek is vooral interessant omwille van zijn uitgangspunt: namelijk de interesses, sommigen noemen het obsessies, van mensen met autisme ernstig nemen en er gebruik van maken in plaats van ze tegen te werken.

De walvis (whale) uit de titel slaat op de lievelingsknuffel van een kleine jongen met autisme. Op zijn eerste schooldag was hij hartverscheurend aan het wenen. De juf had namelijk zijn knuffel afgenomen omdat ze van mening was dat deze hem te veel afleidde in de klas. Ze wilde dat hij meewerkte in de klas en dat hij nieuwe dingen zou leren. Een andere leerkracht die er bij kwam zocht mee naar een oplossing en zei: “then just give him the whale”. Als je die doelen wil bereiken, geef hem dan gewoon de walvis.

Ook bij kinderen en jongeren met ADHD zien we soms dat opvoeders niet altijd even positief staan ten opzichte van de interesses die zij hebben. Niet zozeer omdat deze interesses ‘raar’ zijn zoals dit bij autisme soms het geval is (in het boek worden fixaties op putdeksels, driehoeken of afstandsbedieningen beschreven) maar omdat de opvoeders willen dat er ook voldoende aandacht is voor de dingen die ‘moeten’. Een veel gehoorde uitspraak is: “als hij evenveel tijd zou besteden aan zijn huiswerk als aan zijn hobby, dan zou er geen probleem zijn”. De auteurs willen met dit boek bereiken dat fascinaties, interesses en expertisedomeinen van alle leerlingen gerespecteerd en gehonoreerd worden en gebruikt worden om deze kinderen in de klas te ondersteunen, te onderwijzen en hen te integreren in de klasgroep.

Zoals de titel aangeeft, worden twintig manieren opgelijst om met deze interessegebieden om te gaan. Soms wordt de specifieke interesse er eerder op kunstmatige manier bijgebracht, sommige ideeën zijn meer geschikt voor jonge kinderen, andere werken zeker ook voor jongeren en volwassenen met ADHD. Het gaat zowel over het aanleren van technische vaardigheden als over het gevoelsmatige aspect en de sfeer in de klas.

Het boek is vlot leesbaar, al staan er soms wat moeilijke (Engelse) woorden in met betrekking tot zeer specifieke fascinaties. Bij elk van de twintig methodes krijg je eerst een inleidend verhaal met concrete voorbeelden, daarna volgen meer algemene tips. De ideeën zijn vooral gericht op kinderen in de klas, maar je kan ze zeker ook thuis toepassen. Volgens de auteurs kan je, mits de nodige inspanning, bij iedere fascinatie een link vinden met een onderwerp of doelstelling. Doordat zoveel concrete voorbeelden gegeven worden met fascinaties die zo vergezocht lijken (tuinhekken?), voel je dat het zeker mogelijk moet zijn om met meer maatschappelijk aanvaarde interesses aan de slag te gaan (zoals tekenfilmpersonages).

Is dit een boek dat iedere leerkracht zou moeten gelezen hebben? Ja, omdat het gaat om aandacht hebben voor de eigenheid van ieder specifiek kind en dit integreren in je klaslokaal. Heb je er als ouder iets aan? Ja, omdat het je kan helpen om je kind of jongere bezig te laten zijn met die dingen die hen echt interesseren terwijl ze ook die dingen doen die ‘moeten’ gebeuren omdat we die belangrijk vinden voor hun ontwikkeling. En wie een kind, of een volwassene, met ADHD kent, weet dat met een positieve motivatie het leven van die persoon en zijn omgeving een stuk gemakkelijker wordt.