ADHD is een frequent voorkomende neuropsychiatrische problematiek met grote impact op het functioneren van kinderen en jongeren en een duidelijke weerslag op hun verdere ontwikkelingskansen. Ook op  volwassen leeftijd kan dit tot ernstige problemen leiden.

Een onderzoek uitgevoerd door de Stichting Voedselallergie uit Eindhoven bij een zeer kleine groep kinderen met ADHD suggereert dat "driekwart van de ADHD-gevallen te verhelpen is door de juiste voeding". Er is tot op vandaag echter geen wetenschappelijk onderzoek gepubliceerd dat deze stelling onderschrijft.

ADHD is op zich niet te genezen. Het vormt een blijvende kwetsbaarheid.

Een behandeling heeft als doel de symptomen te milderen en het ontstaan van bijkomende problemen te voorkomen en/of te beperken. Hoewel het grote publiek overstelpt wordt met informatie over zeer uiteenlopende behandelingsmethoden, blijkt er op wetenschappelijk niveau weinig/geen evidentie te bestaan voor hun effectiviteit.

Slechts drie behandelmethodes worden als ‘evidence-based’ beschouwd.

Psycho-educatie
Psycho-educatie vertrekt vanuit de idee van een blijvende kwetsbaarheid. Leren omgaan met die kwetsbaarheid vraagt niet alleen om inzicht in de achterliggende stoornis, maar ook om aanvaarding van de eigen beperkingen en aanpassing van het gedrag en het zelfbeeld in functie van een haalbaar toekomstperspectief.

Farmacotherapie
Medicatie is en blijft voorlopig de meest efficiënte manier om de symptomen van ADHD te onderdrukken. Zeventig tot tachtig procent van de ADHD’ers is goed geholpen met medicijnen. Maar medicijnen alleen volstaan niet. Ze vormen slechts een onderdeel van een veel ruimer zorgtraject.

Gedragstherapie
Medicatie kan helpen om de negatieve spiralen die ontstaan zijn als gevolg van de ADHD te doorbreken. Maar dan begint pas het grote werk: het aanleren en trainen van nieuwe vaardigheden, het verwerven van controle over gedrag, het herstellen van relaties met ouders, leerkrachten, vrienden … Kortom, het herontdekken van zichzelf, de talenten en mogelijkheden om zichzelf op een positieve manier in de kijker te plaatsen.

Hoe en op welke wijze wij leven en werken, en kinderen opvoeden én wat wij eten, heeft zeker invloed . Maar het is alsnog te vroeg om aan te nemen dat met het juiste aangepaste dieet we gedrag kunnen beïnvloeden en uitschakelen.