Print deze pagina Print deze pagina

06/07/2017

Afgelopen week deed CM-voorzitter Luc Van Gorp een opmerkelijke oproep: hij wil het overmatig rilatinegebruik aanpakken door kinderen niet langer volgens leeftijd, maar volgens maturiteit in te delen op school. In een opiniestuk in De Standaard weerleg ik het voorstel van Luc Van Gorp:

Onverantwoord en oneigenlijk rilatine nemen is inderdaad niet de bedoeling, vindt ook Ria Van Den Heuvel. Maar Luc Van Gorp dreigt veel ADHD-patiënten weg te leiden van de hulp die ze nodig hebben.

Op de term ADHD kleeft al een stigma, weten we uit onderzoek. Met zijn weliswaar goedbedoelde oproep om overmatig rilatine­gebruik aan banden te leggen (DS 29 juni) , versterkt CM-voorzitter Luc Van Gorp het nog.

Want ouders van kinderen en jongeren die wel degelijk gediagnosticeerd zijn, door geschoolde psychiaters – die na degelijk onderzoek, na goed afwegen van de mogelijke risico’s, toch medicatie voorschrijven – zij voelen zich bestempeld als slechte ouders. Wat zijn de gevolgen als zij daardoor beslissen om toch maar niet over te gaan tot ­verantwoord gebruik van rilatine?

Hun kinderen en jongeren zullen zich ongelukkig en niet aangepast voelen. Ondermaatse resultaten op school behalen – niet omdat ze niet verstandig zijn, maar omdat ze een aandachtsprobleem hebben. Ze blijven zitten, veranderen meermaals van studierichting, of verlaten vroegtijdig de school en komen ongekwalificeerd op de arbeidsmarkt. De gevolgen spelen heel hun loopbaan verder door. De link naar verslavingsproblemen, depressies, relatieproblemen is wetenschappelijk beschreven. Er is veel menselijk leed in de naar schatting ruim 300.000 gezinnen met kinderen of volwassenen met ADHD in Vlaanderen.

Oppervlakkige tips

Van Gorp gaat ook gemakkelijk voorbij aan de blijvende klacht van ouders, dat zij het verwijt krijgen slechte opvoeders te zijn. In de bijna 40-jarige werking van het centrum ZitStil komt dat nog steeds als eerste verzuchting naar boven. ‘We worden niet voor vol aangezien, ze nemen onze vraag niet ernstig en geven ons alleen oppervlakkige opvoedingstips om het beter te doen.’ Het onbegrip voor de ernst van de aandoening blijft geweldig groot. Van Gorp doet daar onbedoeld nog een schep bovenop door te stellen dat we ADHD wel oplossen door de klassen niet per geboortejaar maar volgens maturiteit in te delen.

Beter zou hij, als belangrijke speler in de gezondheidssector, het onoordeelkundig en onverantwoord voorschrijfgedrag van sommige (huis)artsen aanpakken, net als het oneigenlijke rilatinegebruik. Of bij de minister van Volksgezondheid erop aandringen om de terugbetaling van medicatie niet te stoppen op achttien jaar. Of voor alle ADHD-medicijnen in terugbetaling voorzien. Of de psycho-educatie van kinderen en jongeren en hun ouders en leerkrachten laten financieren – het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) heeft die aanbeveling allang opgenomen in zijn richtlijnen.

Acht uur

We zijn het eens met Van Gorp dat er niet onoordeelkundig gelabeld en voorgeschreven mag worden. Acht uur per dag stilzitten is inderdaad nefast, wij willen voor alle kinderen ‘beweeglijker’ onderwijs. Daarom werken wij ook aan aangepaster onderwijs, met goed opgeleide leerkrachten die gedifferentieerd kunnen werken in aangename en prikkelluwe klassen en schoolgebouwen. Maar dat volstaat nu eenmaal niet bij iedereen die aan ADHD lijdt. Hopelijk kunnen we daarover snel eens met Van Gorp samenzitten. En dat hoeft niet eens acht uur te duren.

 

Ria handtekening

blog riavdh