Bij 70 % van de kinderen en jongeren met ADHD die medicatie nemen, helpt de medicatie effectief. Er bestaan grosso modo twee soorten medicatie bij ADHD: medicatie op basis van stimulantia en op basis van niet-stimulantia.

De medicatie op basis van stimulantia bestaat uit methylfenidaat en werkt rechtstreeks in op bepaalde systemen van de hersenen. Ze zijn in drie vormen verkrijgbaar. De bekendste variant is Rilatine met een werkingsduur van ca. 4 uur. Twee langwerkende vormen van methylfenidaat zijn Rilatine MR (ca. 8 uur) en Concerta (ca. 12 uur). Nevenwerkingen kunnen zijn: verminderde eetlust, slapeloosheid, prikkelbaarheid, tics, hoofdpijn en een verhoogde hartslag en pols.

De medicatie op basis van niet-stimulantia bestaat uit atomoxetine en werkt ook in op de hersenen. Deze medicatie wordt voorgeschreven onder de naam Strattera en blijft, na een inlooptijd van 6 weken, 24 uur werken. De vaakst voorkomende nevenwerkingen zijn: een droge mond, slapeloosheid, duizeligheid, verminderde eetlust, constipatie, zweten, stijging van hartslag en pols, erectiestoornissen.

Bij ongeveer 30 % van de kinderen werkt medicatie niet zo goed. Wegens ernstige bijwerkingen of andere problemen wordt er dan soms gekozen voor andere medicijnen, zoals antidepressiva of neuroleptica.

Bij het overwegen van een behandeling met medicatie moet er steeds een balans opgemaakt worden tussen de nadelen (negatieve gevolgen en eventuele bijwerkingen) en de voordelen (betere leerbaarheid, positievere relaties, …). Het is belangrijk te beseffen dat je medicatie niet kan gebruiken zonder begeleiding van een ervaren arts.

Meer informatie over medicatie bij ADHD kan je vinden in de gids ‘ADHD: pillen en praten, doen en laten‘ van centrum ZitStil.