Ik ben heel gevoelig voor alles wat rond me gebeurt. Ik merk heel veel op, vaak veel meer dan anderen beseffen. Ik heb zelf heel veel energie, soms vinden omstaanders dat vervelend of hebben ze last van de drukte die rond me kan hangen. Ik merk op hoe weinig er rekening gehouden wordt met volwassenen met een stoornis.

Ik ben kleuterleidster, een ideale job voor mij. Ik heb zeer veel energie nodig, heb enorm veel afwisseling en doordat ik heel wat opmerk, heb ik het gevoel dat ik kinderen snel doorzie. Ik heb de energie om echt te investeren in kinderen en het onderste uit de kan te halen samen met hen. Ik ga enthousiast bepaalde projecten aan waarvan anderen zouden gaan lopen, maar als me kleine extra zaken gevraagd worden, waarvan ik weet dat het enorm lastig is, dan slaan mijn hersenen in alarm, blokkeert mijn hoofd en zelfs mijn lijf.

Zo krijg ik bepaalde zaken nooit gedaan. Zaken die voor anderen gewoon dagelijkse rompslomp zijn, zijn voor mij de hel om de een of andere onbekende reden. Als ik op een bepaald moment een verzoek krijg om naar het gemeentehuis te gaan om mijn paspoort te vernieuwen, dan komt er al een zware last op mijn schouders te liggen. Ik ben al veel te laat, neem me telkens voor het in orde te brengen, maar slaag daar maar niet in. Ik krijg te maken met mijn man die zich lastig begint te maken dat ik dat maar niet in orde breng en dat maakt me heel onrustig, maar toch lukt het me niet mijn moed bijeen te rapen en te gaan. Ik begrijp zelf niet waarom. Pas als ik brieven begin te krijgen dat ik geschrapt zal worden en op een zwarte lijst terecht zal komen, krijg ik me met veel moeite zo ver om dit in orde te maken.

Dat uitstelgedrag is zeer sterk aanwezig. Reeds toen ik in het middelbaar zat, was dat zeer opvallend. Ik zat voor mijn cursus, maar kwam tot niets. Soms lukte het ineens als ik een heel duidelijke deadline had. Ik zette dan om 4u mijn wekker om nog vlug een paar uur te studeren voor ik examens ging maken, de leerstof was dan helemaal nieuw want studeren deed ik nooit en in de les zat ik overal met mijn gedachten behalve bij de les zelf.

Ik studeerde wetenschappen en aangezien ik niets van basis had, waren mijn resultaten in het vijfde middelbaar niet om over naar huis te schrijven. Ik dubbelde mijn vijfde middelbaar, wat maar weinig uithaalde. Ik spartelde doorheen de laatste twee jaren. Ik had een hekel aan school, ik kon niet op een bankje zitten en ‘s avonds na school studeren, ik paste niet in dat systeem. Ik ben altijd creatief geweest, ik hou ervan dingen te creëren. Ik knutsel graag, maak graag muziek en dan vooral als ik er mijn eigen stempel op kan drukken, mijn ziel in kan leggen.

Ik twijfelde wat ik wilde gaan studeren. Muziek? Uiteindelijk vond ik mezelf daarvoor lang niet goed genoeg en schrikte dat wereldje me af. Ik koos voor ergotherapie. Studeren lukte niet. Ik hoorde constant hoeveel mogelijkheden ik had van iedereen rond mij. Ik deed mijn eerste jaar opnieuw, zonder succes. Ik kreeg opnieuw te horen dat ik zoveel mogelijkheden had maar eens moest beginnen werken en actie moest ondernemen. Ik gaf op en ging voor een richting waarvan ik dacht dat het me nog wel zou lukken en het misschien wel wat voor mij zou kunnen zijn, zonder dat ik er veel voor zou moeten studeren. Dit was onbewust de beste beslissing die ik ooit nam.

Toch ging het weer moeilijk. Op dat moment ging ik enorm twijfelen aan mezelf. Hoe kan je het zo lastig krijgen met iets waarvan je zelf vindt dat het echt wel binnen je mogelijkheden ligt? Naar de lessen gaan werd alweer een hel en daardoor ging ik heel vaak niet. Ik wilde vrijheid om het op mijn eigen manier te doen en niet betutteld worden als een klein kind. Dat gaf me een versmachtend gevoel. Op het moment dat ik voelde dat ik ook in deze opleiding zou falen, terwijl ik na stage aanvoelde dat dit echt wel op mijn lijf geschreven was, trok ik aan de alarmbel. Dit klopte niet.

Al snel kwam de diagnose ADHD en medicatie. Wonder boven wonder ging ineens alles als vanzelf. Ik begon zelfs ineens orde te scheppen in mijn kamer die meer dan een stort was. Ik bouwde structuur in. Ik ging niet ineens fantastisch studeren, maar het lukte me alles door te nemen en kon me daarmee redden. Maar… Ik voelde me raar met medicatie en zei ook tegen mezelf dat ik na het studeren nooit meer over zou gaan op medicatie. Ik stopte dan ook op het moment dat ik afstudeerde.

Mijn job is een groot geluk. Het is me echt op mijn lijf geschreven en ik geniet. Al is het soms ook erg moeilijk. Papierwerk bezorgt me kopzorgen. Uitstelgedrag, gebrek aan concentratie… wat vergt dat veel van me om alles mooi bij te houden, alles te noteren wat je doet, elke actie die je onderneemt weer te geven op papier. Wat vergt het veel van me om elke dag structuur in te bouwen voor al die kinderen die daar zoveel nood aan hebben. Wat vergt het veel om alle prikkels die je krijgt te filteren en op de belangrijkste zaken te gaan focussen. Wat vergt het veel om zoveel te zien en zo veel te willen aanpakken maar uren te weinig te hebben, ondanks het feit dat je al voor 200 procent draait. Wat vergt het veel om na je dag actie nog twee uur te vergaderen, om tijdens de vrije momenten oudergesprekken te doen. Maar mijn job geeft zo veel voldoening, ik zou niets anders willen.

Ik ben een slechte slaper. Mijn hoofd staat nooit stil, nooit. Ik doe altijd verschillende zaken tegelijkertijd. Een troef in mijn job, ik luister naar drie kinderen tegelijk, werk aan veel zaken tegelijk en heb nog energie over om te springen en te dansen en de flauwe plezante uit te hangen om elk kind aan het lachen te brengen.

Ik heb twee kinderen die sterk erfelijk belast zijn en daardoor ook slecht slapen. Na bijna 6 jaar slaap ik nog steeds geen nacht door. Het opstaan gaat van 3 keer tot 10 keer per nacht. Ze verwerken prikkels van overdag tijdens hun slaap, ze hebben angsten waar ze zelf geen blijf mee weten. Ik ben moe, heel moe. Maar rusten kan ik niet. Als een dokter me aanraadt te rusten, dan word ik gek thuis. Dat lukt me niet. Dan begin ik te klussen, te kuisen, te werken en daarvoor kan ik de kindjes in mijn klas niet in de steek laten. Geen optie dus.

Toch blijft mijn hoofd op volle toeren draaien. Mensen rondom me vragen me hoe ik het volhoud om elke dag energiek in mijn klas te staan, om na de uren dan nog eens energiek met eigen kinderen bezig te zijn en ‘s nachts alweer paraat te staan. Hoe ik het doe? Ik doe het gewoon. Doorgaan is mijn tweede naam, altijd maar doorgaan.

Ik kan honderduit vertellen over zaken waar ik enthousiast over ben en iedereen overtuigen of warm maken. Ik smijt me volledig als ik voor iets ga, half werk daar doe ik niet aan mee. Soms krijg ik schrik van mezelf dat ik maar niet kan stoppen. Het lijkt alles of niets. Zo begon ik met een naaimachine, ik leerde mezelf naaien, had de smaak te pakken en deed niets anders. Het huishouden blijft staan, papierwerk blijft liggen, … maar kleren maken tot midden in de nacht, ook al gaat de wekker een paar uur later. Maar stoppen voor het af is? Onmogelijk.

Een serie beginnen kijken? Dan kijk je toch gewoon alle seizoenen op 1 week tijd en laat je al de rest vallen. Pas dan heb je rust, als je alles zag. En intussen innerlijke onrust om alle andere zaken die blijven liggen. Zo kan ik gek worden van 1 potje dat scheef staat op de tafel en alles moet perfect zijn, maar als er te veel rommel is, dan is er geen overzicht meer en zou ik de rest er gewoon bij gooien. Alles of niets is heel kenmerkend voor hoe ik functioneer.

Soms is het heel lastig en heel zwaar. Maar toch ben ik een heel gelukkige vrouw. Ik heb een man die me accepteert zoals ik ben, die vooral de voordelen ziet. Ook ikzelf zie veel voordelen en heb een job waarbij al die voordelen een troef zijn en ik dus vooral mijn sterktes kan laten zien. Ik heb ouders die genoeg zeggen hoe veel ik waard ben waardoor ik het zelf ben gaan geloven en mezelf graag ben gaan zien om wie ik ben. En ik heb intussen toch terug pilletjes die de moeilijke trekken wat afzwakken en alles iets minder moeilijk maken.

Vooral de keuzes die je maakt in het leven bepalen je geluk, net zoals bij alle anderen moet je een job kiezen die bij je aansluit, een partner die van je houdt om wie je bent en hartelijk lacht als je in overdrive gaat of je net een hand aanreikt als je het moeilijk hebt.

Dat is waar het mee valt of staat.

 

Liesbeth