Prof. Dr. Marina Danckaerts

Hij die niet genoemd mag worden: ADHD

Op korte tijd is het begrip ADHD geëvolueerd van een relatief onbekend fenomeen tot een diagnostisch etiket dat te pas en te onpas gebruikt wordt. Ook de publieke opinie keert zich meer en meer tegen het label en verwijt ouders en hulpverleners de ‘gemakkelijke’ weg van de medicalisering te kiezen.

Er is weinig wetenschappelijke evidentie voor de bewering dat ADHD een afwijking of ziekte is, maar des te meer voor het feit dat het een stijl van functioneren is die risico met zich meebrengt. De prevalentie van ‘ADHD’ lijkt wereldwijd onafhankelijk van geografische of culturele verschillen, maar is vooral variabel in functie van de gebruikte methode en criteria voor diagnostiek.

Cijfers in België en Nederland tonen acceptabele gemiddelden aan voor de medicamenteuze behandeling van ADHD, doch verdere analyse geeft aan dat dit zich vertaalt in over- en onderbehandeling van deelpopulaties, die minder te verantwoorden is.

Een maatschappelijk verwijt aan het adres van ouders die hulp zoeken voor kinderen met druk, impulsief en concentratiezwak gedrag kan enkel vervangen worden door acceptatie van datzelfde gedrag binnen een onderwijs- en arbeidscontext, die gelijkwaardige participatie moet kunnen bieden voor deze gedragsvariant. Net op dat vlak blijkt het stigma het grootst!

 

dots

 

 

Prof. Dr. Theo Compernolle

Ontketen je brein. Hoe hyperactiviteit en multitasken je hersenen gijzelen en hoe je eraan kunt ontsnappen

Het belangrijkste middel om te kunnen functioneren in onze moderne kennismaatschappij, om ons inkomen te verdienen en carriëre te maken, is ons brein. Wat weten al die breinwerkers over hun brein? NIETS! Als gevolg daarvan gebruiken ze hun fantastische informatie en communicatietechnologie, computers, tablets en smartphones, op manieren die hun intellectuele productiviteit en creativiteit zwaar ondermijnen en onnodig stress veroorzaken.

Het eerste en allerbelangrijkste slachtoffer is hun aandacht. Hierdoor is een contraproductieve epidemie ontstaan van BAHD: Brainworkers Attention and Hyperactivity Disorder, waarbij perfecte gezonde volwassenen functioneren als kinderen met een aandachtsstoornis. De ergste oorzaken zijn het altijd verbonden zijn en multitasken. Dit wordt nog verergerd door de volslagen onwetendheid van bedrijfsleiders over de (on)mogelijkheden van het brein, waardoor ze kantoren bouwen of huren die dit probleem van gebrek aan focus nog verergeren. Met wat kennis over ons brein kunnen we het ‘ontketenen’ om gefocust, meer, beter en creatiever werk presteren in minder tijd en met minder stress.

 

dots

 

 

Prof. Dr. Pieter Baeyens

ADHD in het onderwijs: ‘Wat kunnen (en moeten) wij voor u doen?’

Eén van de domeinen waar de beperkingen van ADHD-symptomen het sterkst tot uiting komen, is het onderwijs. Gezien het democratiserende belang van onderwijs wordt er terecht (steeds meer) aandacht besteed aan de typische verschijningsvormen van ADHD in een schoolcontext, de prognose van leerlingen met ADHD in termen van slaagkansen voor een einddiploma, alsook aan (de zoektocht naar) effectieve klasinterventies en ondersteuningsvormen. Minstens 3 tendensen tekenen zich hierbij af.

Ten eerste, blijft de aandacht niet langer beperkt tot ADHD in het lager of secundair onderwijs. Recent neemt de interesse toe in studenten met ADHD in het hoger onderwijs. In deze bijdrage schetsen we het beeld.

Ten tweede, verschuift de klemtoon ook van een focus op tekorten in vaardigheden bij een leerling naar een focus op een afstemmingsprobleem tussen kenmerken van de leerling én van de onderwijsomgeving. In deze bijdrage staan we stil bij de voorwaarden voor selectie en implementatie van effectieve faciliteiten en UDL-principes.

Ten slotte, stellen we ook groeiende aandacht vast voor de attitude van leerkrachten en leerlingen ten aanzien van ADHD. Het sociale klimaat en het begrip voor de beperkingen van de stoornis komen vaak onder druk te staan door vernietigende uithalen in de media die zelfs het bestaan van ADHD betwisten en daardoor (ongewild) de lijdensdruk van heel wat jongeren en hun omgeving miskennen.

 

dots

 

 

Prof. Dr. Christophe Lafosse

Voorbij het stoornisdenken: ‘Survival of ADHD’

Doorheen de evolutie van de mensheid zijn het eigenschappen als nieuwsgierig zijn, doorzettingsvermogen, het openstaan voor nieuwe dingen en het opzoeken van spanning en gevaar die de mens hebben gemaakt tot wie we nu zijn. Aangestuurd door deze eigenschappen, heeft de mens met zijn brein een wereld gecreëerd die geleid heeft tot een niet aflatend proces van technologische vernieuwing. In deze zin hebben kenmerken die vaak geassocieerd worden met de stoornis ADHD, de evolutie van de mens mee aangestuurd.

Het brein moet deze vernieuwingen voortdurend verwerken en incorporeren. Dit stelt hoge eisen aan de cognitieve vermogens door de grote hoeveelheid van prikkels, de intensiteit en de snelheid waarmee ze elkaar opvolgen. Om zich in deze zeer snel evoluerende wereld te kunnen aanpassen zal het accent niet meer alleen liggen op ‘stimulating minds’, maar ook op ‘protecting minds’. In het kader van evolutie is niet enkel nieuwsgierigheid nog belangrijk maar ook het zich kunnen beschermen tegen een vloed van trends en vernieuwingen.

In het kader van de natuurlijke selectie is het belangrijk dat vooral adolescenten nieuwsgierig zijn en zich aangetrokken voelen tot de complexe buitenwereld. Het lijkt er op dat wij ons in de huidige cultuur te vaak blindstaren op dat deel van het gedrag van de adolescent dat ons ergert: impulsief, emotioneel, roekeloos. Gedrag dat bij adolescenten doorheen de evolutie de natuurlijke selectie heeft aangedreven, wordt  plots ergerlijk gedrag of gedrag dat hoort bij een stoornis. Het gedrag is vaak een bron van misverstand en onterechte ‘ADHD-diagnostiek’ geworden. Misschien moeten we ‘pseudo’ ADHD-gedrag weer beter herkennen en kunnen  zien als nuttig voor een noodzakelijke aanpassingsperiode in het kader van natuurlijke selectie. Zonder pubers met ADHD-kenmerken had de mensheid zich evolutionair waarschijnlijk nooit zo snel over de aarde verspreid!

 

 

dots

 

 

Ria Van Den Heuvel

Ongekwalificeerde uitstroom van jongeren voorkomen door te anticiperen op pseudo- en echt ADHD-gedrag

Jongeren in het deeltijds onderwijs hebben meer risico op werkloosheid. Jongeren in een persoonlijk ontwikkelingstraject (P.O.T.) hebben daarenboven een verhoogde kwetsbaarheid omwille van problemen met arbeidsattitudes en vaardigheden, gerelateerd aan verschillende problematieken. Bij veel jongeren is er (een vermoeden van) ADHD aanwezig, wat de manier waarop ze in het werkveld staan sterk kan beïnvloeden. Wanneer ze 18 zijn, komen ze niet alleen op de arbeidsmarkt terecht, maar stopt ook vaak de dienstverlening.

Om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten, is het belangrijk dat de eerste werkervaring die deze jongeren tijdens hun opleiding opdoen, een positieve ervaring is. We hebben immers nood aan gedreven, flexibele, jonge mensen die willen werken. Hiervoor is het nodig dat jongeren inzicht krijgen in hun mogelijkheden en beperkingen, en meer specifiek op ADHD gerelateerde problemen op de werkvloer en hoe hiermee om te gaan.

Een goede samenwerking en communicatie tussen alle betrokkenen en de context van de jongere is dus van groot belang: een goede doorstroom van informatie zou de latere tewerkstelling van de jongere kunnen faciliteren.

 

 

dots

Griet Vercaeren en Katrien Boone

ADHD bij één van de partners? Partnerrelatie onder druk!

Centrum ZitStil onderzocht in samenwerking met het Familieplatform Geestelijke gezondheidszorg de impact van ADHD op de partnerrelatie.  Daarvoor werden 35 koppels onderzocht. Het ging daarbij om koppels waarbij één van de partners ADHD had en minstens éé jaar samenwoonde.

Uit het onderzoek kunnen een aantal belangrijke conclusies getrokken worden. Partners in het onderzoek zijn ‘minder tevreden’ over hun relatie dan partners in de globale populatie. Zij ervaren effectieve hinder van een aantal ADHD-kenmerken. Ondanks de negatieve impact van de ADHD op de relatie, proberen de partners op een positieve manier hun problemen aan te pakken. Door goed samen te werken vinden zij vaak ‘originele’ en ‘praktische’ oplossingen om conflictsituaties te voorkomen en op te lossen. Partners houden niet van de diagnose of het label ADHD, maar ze geven wel  duidelijk aan dat een ‘specifieke aanpak voor ADHD’ hen, ondanks het nadeel van het label, het meest vooruit helpt! In die zin gaan zij de diagnose toch ook zien als een positief gegeven in het zoeken naar ‘effectieve hulp’ voor zichzelf en hun relatie.

Het onderzoeksrapport zal door het Familieplatform worden gebruikt om na te gaan of de onderzoeksmethode en bevindingen kunnen bijdragen tot een betere ondersteuning van partners binnen een relatie waarbij één van de partners een geestelijke gezondheidsproblematiek heeft. Centrum ZitStil zal de bevindingen implementeren in het bestaande aanbod van psycho-educatie, begeleiding en trainingen voor volwassenen met ADHD en hun partners in het aanbod voor hulpverleners die volwassenen met ADHD en hun partners begeleiden en behandelen.

 

Het symposium is mogelijk dankzij deze sponsors.